Waarom ‘obesitas bestrijden’ zonder te stigmatiseren onmogelijk is

Enkele weken geleden vond de eerste editie plaats van ‘Het grote obesitas debat’. Dit evenement werd aangekondigd als “een prikkelend gesprek tussen vertegenwoordigers van de politiek, de zorg, de industrie, de verzekeraar en de patiënt” waarbij “het obesitasvraagstuk vanuit verschillende oogpunten bekeken” zou worden.

Het doel? Oplossingen zoeken omdat ‘overgewicht’ en ‘obesitas’ vaak gezondheidsproblemen en persoonlijk leed veroorzaken én ook nog eens grote maatschappelijke en economische gevolgen hebben, aldus de organisatoren. Je kan je wel voorstellen dat Dikke Vinger bij deze aankondiging alleen al geen enkele interesse had om hier aandacht aan te besteden.

HET DEBAT DAT GEEN DEBAT WAS

Toch heb ik het debat gevolgd, al was het maar om me eraan te herinneren dat de organisaties die zich zogezegd inzetten voor de belangen van de ‘patiënt’ op geen enkele manier in lijn liggen met de doelstellingen van Dikke Vinger. Deze organisaties denken daar anders over, want ze hebben ons al een aantal keer gecontacteerd voor een gesprek, maar na dit debat is het nog maar eens overduidelijk dat hun visie lijnrecht tegenover die van ons staat.

En het concept ‘debat’ mag hier trouwens met heel wat korreltjes zout genomen worden, want dat was het niet. Alle partijen waren het er namelijk overduidelijk mee eens dat ‘obesitas’ een probleem is dat opgelost moet worden – want gezondheid! – en ze probeerden nu te bedenken hóé ze dat het beste kunnen doen.

Ik ga hier verder dan ook geen bespreking houden van dit ‘debat’, want dat was gevuld met alle clichés die je je maar kan bedenken. Maar terwijl ik aan het luisteren was naar de ideeën die iedereen had om mijn lichaam te bestrijden, viel me ineens op hoe weinig kritisch denkvermogen er bestaat bij de mensen die vanuit een hogere maatschappelijke positie hierover willen discussiëren. En dat is wel belangrijk om te bespreken.

STIGMA ALS UITGANGSPUNT

Verschillende mensen op het podium vermeldden uitdrukkelijk dat we in dit soort discussies dikke mensen niet mogen stigmatiseren. En gingen dan in één adem verder over de gezondheidsproblemen die bij ‘obesitas’ horen. Ze snapten blijkbaar niet dat die twee dingen het tegenovergestelde zijn van elkaar.

Wanneer je een opsomming maakt van alle aandoeningen die geassocieerd worden met dik zijn, geef je impliciet de boodschap dat dikke mensen ongezond zijn of in ieder geval gaan worden. Je plakt dus letterlijk een label (‘ongezond’) op een groep mensen en maakt een onderscheid tussen hen en de rest van de bevolking. Dat is zowat de woordenboekdefinitie van stigmatiseren. Zeggen dat je niet *wilt* stigmatiseren heeft geen enkele betekenis als je het toch gewoon doet.

Bovendien is ook het uitgangspunt dat dikke mensen (aka ‘obesitas’) bestreden moeten worden stigmatiserend. Het is helemaal niet logisch om te zeggen dat je een groep mensen niet met de vinger wilt wijzen en tegelijkertijd wilt dat ze niet meer bestaan. Maar in dat soort zelfreflectie zijn deze mensen niet geïnteresseerd natuurlijk, want ‘obesitasepidemie’!

INDIVIDU VS. OMGEVING

Steeds meer mensen snappen wel dat dik zijn geen individueel probleem is (want we willen niet stigmatiseren natuurlijk) en duiden andere, meer maatschappelijke factoren aan als oorzaak van de ‘obesitasepidemie’. Bijvoorbeeld onze omgeving waar je op elke straathoek een donut kan kopen of mensen die niet genoeg geld hebben om verse groenten te kopen. We moeten dus de omgeving aanpassen en mensen uit de armoede helpen.

En dat klinkt heel empathisch, maar als je verder kijkt, dan leg je daarmee nog altijd het probleem bij het individu.

In dit scenario worden de supermarkten anders ingericht om gezonde keuzes te bevorderen, zien we niet overal affiches van chocolade en gebakjes maar van appels en noten, zijn er meer mogelijkheden voor mensen om te sporten en bewegen, en kunnen mensen het zich veroorloven om vers fruit te kopen. Niet omdat daarmee de gezondheid van iedereen bevorderd wordt, maar omdat dikke mensen dan gaan afvallen.

Daarmee blijf je er dus een individueel probleem van maken, omdat dit soort oplossingen er nog altijd van uitgaat dat je dikke mensen moet helpen om een ‘betere’ keuze te maken. Op deze manier blijft de boodschap dat je je eigen gewicht onder controle kan houden, zolang de omgeving maar goed ingericht is. De oplossing is dan misschien wel maatschappelijk, maar het probleem blijft bij het individu liggen. En je raadt het al: dat is nog steeds een stigmatiserende aanpak.

ONBEWUSTE VERLEIDINGEN

Af en toe is er dan iemand die uitlegt dat we de omgeving moeten aanpassen, omdat de keuzes die we allemaal elke dag maken slechts voor een klein deel bewust gebeuren. We zijn heel gevoelig voor reclame van bijvoorbeeld donuts en pepernoten, dus we moeten de dingen aanpakken die een invloed hebben op onze onbewuste keuzes. Het gaat er dan niet zozeer om dat dikke mensen verkeerde keuzes maken (want blijven onthouden: we mogen niet stigmatiseren!), maar dat we allemaal onbewust heel gevoelig zijn voor onze omgeving waarin ‘ongezond’ eten continu tentoongesteld wordt.

Ik vraag me dan alleen af: waarom zijn er dan mensen die niet dik worden? Als we allemaal zo gevoelig zijn voor dit soort dingen, wat is er dan zo speciaal aan mensen die niet dik zijn dat zij die onbewuste invloeden wél kunnen weerstaan? En volgens mij speelt onze dieetcultuur hierin een grote rol.

Die ‘verleidingen’ zijn vooral een probleem in een maatschappij die ervoor zorgt dat steeds meer mensen een verstoorde relatie met eten ontwikkelen, waardoor het voor hen moeilijk is om te navigeren doorheen onze wereld waarin ze continu blootgesteld worden aan alle soorten eten. Maar heel eerlijk? Dat we allemaal weleens een donut eten in het station onderweg naar het werk is nog het minste van onze zorgen. De problemen in dit soort maatschappelijk klimaat liggen veel dieper.

ONZE DIEETCULTUUR IN ACTIE

In een omgeving waar een dieetcultuur heerst, wordt een slank lichaam gelijkgesteld aan gezondheid, schoonheid en succes, waardoor iedereen aangemoedigd wordt om aan dat ideaalbeeld te voldoen o.a. door te diëten. In die context is dik zijn een (moreel) falen en een geldige reden om dikke mensen te stigmatiseren, omdat ze gezien worden als lui, ongedisciplineerd en lelijk.

In de praktijk komt dit erop neer dat dikke mensen geen kleren kunnen kopen in hun maat, dat ze uitgelachen worden door onbekenden op straat, dat ze een opmerking krijgen wanneer ze iets eten, dat ze ongevraagd advies krijgen over elk dieet dat er bestaat, dat ze ongevraagd gefilmd en gefotografeerd worden in allerlei situaties, dat ze niet serieus genomen worden door dokters, en nog zoveel meer.

En van alle mensen die zich op een podium mogen afvragen hoe we het beste dikke mensen kunnen bestrijden, is er niemand die het verontrustend vindt dat dikke mensen elke dag in dit soort maatschappij moeten leven.

Ze hebben alle cijfers en statistieken over hoeveel mensen er ‘overgewicht’ en ‘obesitas’ hebben en hoeveel dat het zorgsysteem kost, maar er is niemand die een ton aan onderzoek aanhaalt over de negatieve gevolgen die stigma en discriminatie hebben op het welzijn en de gezondheid van dikke mensen. Dat zou je genoeg moeten vertellen over hoe belangrijk ze het écht vinden om het stigma van dikke mensen aan te pakken.

HYPOCRIETE OPLOSSINGEN

Wanneer er gedebatteerd wordt over ‘obesitas’ in onze maatschappij, gebeurt dat altijd heel eenzijdig. Iedereen komt aandragen met allerlei oplossingen waarmee we dikke mensen kunnen helpen dun(ner) te worden of over hoe we aan preventie moeten doen zodat mensen in de eerste plaats niet dik kunnen worden.

Maar niemand staat er in zo’n debat bij stil dat dit gebeurt in een klimaat waarbij onze dieetcultuur ervoor zorgt dat we kinderen van dikwijls jonger dan 10 jaar op dieet zetten en hen een verstoorde relatie met eten en hun lichaam bezorgen.

De oplossing van mensen die ‘obesitas’ willen bestrijden is nooit dat we het stigma en de discriminatie van dikke mensen in onze maatschappij moeten aanpakken, maar altijd dat we ervoor moeten zorgen dat dikke mensen betere keuzes kunnen maken. Desnoods door ze dieetpillen en een maagoperatie aan te praten – maar uiteraard wel allemaal zonder dikke mensen te stigmatiseren. En er is niemand die erom geeft hoe tegenstrijdig en hypocriet dat is …