Maar jij bent toch helemaal niet dik?

Laatst kocht ik een oranje pak in New York. Ik zeg erbij dat het een oranje pak is, omdat: hoe vaak zie je nou iemand in een oranje pak en dat het ook nog mooi is? Ja, ik bedoel, ik zie ieder jaar op Koningsdag een heleboel mensen in oranje pakken, maar dat is niet het soort pak dat ik bedoel. Ik kocht een classy broekpak, maakte een foto van mezelf in dat pak en tweette iets in de trant van ‘omdat ik vrouwen in pak altijd zo leuk vind, besloot ik er zelf eentje te worden. Ik dacht altijd dat pakken geen goed idee waren voor dikke vrouwen, maar tadaaa!’

De reacties waren heel erg positief. Veel mensen wilden weten waar ik het pak vandaan had of vertelden me dat het me fantastisch stond. Ook kreeg ik een stuk of tien keer te horen:  ‘Dikke vrouwen? Jij bent toch helemaal niet dik?’ En hoewel dat ongetwijfeld als compliment bedoeld is en ik niemand iets kwalijk neem, wil ik daar toch graag iets over kwijt.

Als ik geen zin zou hebben om over dit onderwerp een verhaal te schrijven, dan zou ik nu gewoon zeggen: Mensen zien dik zijn als iets negatiefs en daar wil ik vanaf. Ik wil mezelf en anderen gewoon dik kunnen noemen zonder daar ook maar iets van een negatieve lading aan te geven. Ik doe mezelf niet tekort en ik beledig mezelf ook niet, als ik mezelf dik noem. Ik bedoel gewoon ‘ik ben dik.’ Ik bedoel niet ‘ik vind mezelf afstotelijk/lelijk/niet goed genoeg.’ Maar goed, het is misschien niet helemaal eerlijk om het daarbij te laten, want niet iedereen is op dagelijks niveau met dit onderwerp bezig en voor mij is het misschien gesneden koek, maar dat geldt niet voor iedereen.

Lekker normaal doen 

Ik weet nog hoe ontzettend boos ik als jong meisje kon worden als mensen over mijn broer die Down Syndroom heeft, vroegen: “heb je er wel eens over nagedacht hoe het zou zijn als je broer normaal was?” Tegen het plafond zat ik dan, want hoe durfde je ook maar te suggereren dat mijn broer níet normaal was?! De juiste manier om deze vraag te stellen zou zijn: “heb je er wel eens over nagedacht hoe het zou zijn als je broer geen Down zou hebben?” Dat is een neutrale manier om die vraag te stellen. Down – geen Down.

Mensen hebben over het algemeen de neiging, of misschien moet ik zeggen de behoefte, om dingen te willen categoriseren. Misschien is dat om het leven een beetje behapbaar te maken of om dingen beter te begrijpen. Ik ben geen socioloog, dus dat weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat we de hele dag bezig zijn dingen te verdelen in de categorieën ‘normaal’ en ‘niet normaal’. Waarschijnlijk doen we dat niet met slechte bedoelingen, maar we doen het wel.

Over dikke mensen heeft iedereen een mening. Onze cultuur is ingericht op kalm doen en vooral niet te aanwezig willen zijn. We vinden mensen uit (veel) andere culturen vaak veel te luid en expressief. We mogen nergens naar ruiken. Vrouwen mogen geen lichaamsbeharing hebben. Toon niet te veel emoties in het openbaar, alsjeblieft. We moeten bescheiden zijn. We moeten onopvallende eenheidsworstkleding dragen. Dikke mensen nemen veel ruimte in en zijn daardoor veel te aanwezig – daar houden we niet van.

“Dikwijls heb ik het gevoel dat mijn dik-zijn iets is waar iedereen over mee mag praten.”

Dikwijls heb ik het gevoel dat mijn dik-zijn iets is waar iedereen over mee mag praten. Iedereen mag er een mening over hebben en die ook uiten. Mensen mogen mij ongevraagd advies geven over dat ik maar eens naar de sportschool moet. Mensen mogen mij ongevraagde emails sturen met het aanbod om een dieetcursus te komen volgen bij weer een nieuwe diëtistenpraktijk. Alsjeblieft niet, niet nóg een dieet. Ik ben al sinds mijn vierde op dieet, ik heb mijn portie gehad. Mensen stellen ook ongepaste vragen over dingen als of ik ‘dan ook op dikke meisjes val’. Want ja stel je voor, een dik meisje met een dun meisje. Dat zou toch wel echt te idioot voor woorden zijn hè? Mijn dikzijn voelt daardoor soms als een gemeenschappelijk goed en ik wil gewoon dat het van mij is.

‘Maar jij ziet er altijd leuk uit’

10

Los van het feit dat men dik en normaal niet aan elkaar gekoppeld kan krijgen, is het voor velen ook lastig om in te zien dat iemand dik én mooi kan zijn. De keren dat ik te horen heb gekregen dat ik misschien wel dik ben, maar dat ik er altijd zo leuk uitzie, of ‘ja oké, je bent wel een beetje dik, maar je hebt zo’n leuk gezicht’ zijn niet meer bij te houden. Er zijn mensen die het voor elkaar krijgen om een gesprek over mijn dikzijn naar de vorm van mijn wenkbrauwen om te buigen, omdat het zó ongemakkelijk voelt om mij níet complimenteren. Dus dan zeg je maar iets over mijn wenkbrauwen. Nice. Je had ook gewoon mogen zeggen: ‘ja nee klopt, je bent inderdaad dik.’ No biggie. (of nouja, wél biggie dus, maar je snapt me)

Natuurlijk vind ik het heel lief dat je me een goed gevoel wil geven door te zeggen dat ik er altijd leuk uitzie of dat ik een mooi gezicht heb. Dat vind ik zelf – gelukkig – ook. Maar het neemt niet weg dat ik óók dik ben. En dat je het allemaal tegelijkertijd kunt zijn. Dik én knap én leuk gekleed. Het zou al helpen als iemand zou zeggen: ‘ja klopt, je bent dik én je ziet er altijd leuk uit’. Laat dat woordje ‘maar’ eens weg en zie hoe de betekenis van de zin verandert. Probeer het woordje ‘dik’ gewoon eens te gebruiken zonder daar een naar gevoel bij te krijgen, of zonder het te associëren met allerlei vervelende dingen. Probeer iemand eens dik te noemen zonder daar een gevoel van medelijden bij te hebben. En: probeer eens los te laten dat jij slank en dus normaal bent. Want wie zegt dat nou eigenlijk?

“Probeer het woordje ‘dik’ gewoon eens te gebruiken zonder daar een naar gevoel bij te krijgen.”

Hoe komt het dan dat je dik bent?’ 

Persoonlijk vind ik het ook vervelend als mensen vragen naar hoe het dan komt dat ik dik ben. Mensen willen dan namelijk graag weten of het je eigen schuld is dat je dik bent, of dat je iets mankeert waardoor je dik bent geworden. Als je bijvoorbeeld een stofwisselingsziekte hebt, of depressief bent en medicijnen slikt waar je dik van bent geworden, dan snappen mensen dat het is wat het is. Wat ook goed scoort: als je al kinderen hebt gehad en je na je zwangerschappen niet meer terug bent gekomen op je oude gewicht. Dat is allemaal begrijpelijk of het wordt als zielig gezien. Maar als je gewoon dik bent omdat het nou eenmaal gewoon zo is, dan moet je er op z’n minst toch iets aan willen proberen te doen.

Dikke mensen worden altijd en overal bekritiseerd. Je hoeft daarvoor maar naar één of twee films met een dik personage te kijken en je weet: dikke mensen zijn dom. Of lui. Of allebei. Trouwens, je hoeft daarvoor niet eens naar de film, je kunt ook gewoon op een terras gaan zitten en luisteren naar de commentaren wanneer er dikke mensen voorbij lopen. Sterker nog: misschien zit je wel met een vriend of vriendin die jij heel openminded achtte op een terras en hoor je hem of haar kritische of beledigende dingen zeggen wanneer er een dik persoon voorbij komt.

Ga maar eens in een vliegtuig zitten kijken naar een dik persoon die instapt. Je moet de paniekerige blikken van de mensen om de dikke persoon heen eens zien: ‘als ze maar niet naast mij komt zitten!’ Trouwens, daarvoor hoef je niet eens een vlucht te boeken. Je maakt dit ook in de trein mee. Ik maak vaak genoeg mee dat de stoel naast mij leeg blijft, ook al zit de coupé nog zo vol. Mensen gaan nu eenmaal liever naast een slank persoon zitten dan naast mij.

Dit zijn dingen – die blikken en opmerkingen, het als niet-normaal worden bekeken, – die ervoor zorgen dat ik me op sommige dagen toch wil weer wil verstoppen in lange zwarte kleding, om maar zo min mogelijk van mezelf te willen laten zien. Het zorgt ervoor dat ik liever geen patatje eet in het openbaar, omdat ik de blikken al voel priemen. Het maakt dat ik me er altijd van bewust ben dat ik me een beetje moet inhouden met hoe expressief ik ben, ‘want ik ben ook al dik en neem al genoeg ruimte in.’ Allemaal dingen waar een slank persoon waarschijnlijk niet op alledaags niveau mee bezig is en dikke mensen wel.

En ja, natuurlijk mogen mensen vragen stellen. Maar wat ik vervelend vind, is dat ik uit heel veel van die vragen al van een kilometer afstand kan hóren dat mensen eigenlijk willen weten: wanneer ga je eens iets aan dat gewicht van je doen? Want kennelijk is dat de regel: als je dik bent, moet je daar iets aan doen. Nou, lieve mensen, ik denk eigenlijk niet dat er nog heel veel aan dat gewicht van mij gaat veranderen de komende tijd. Wat hopelijk wel gaat veranderen, is dat ik meer en meer blij word met mezelf.