Hoe accepteer ik mezelf?

Je moet jezelf gewoon accepteren.” Gewoon even accepteren. Het klinkt zo gemakkelijk. Na meer dan 20 jaar stopte ik met diëten en wilde ik mezelf leren accepteren. Ik had romantische ideeën over acceptatie. Het zou een spirituele ervaring zijn. Mijn lijf en ik zouden helemaal in balans zijn. Verlicht en rein zou ik me voelen door het loslaten van alle emotionele ballast. Kalm en tevreden zou ik zijn terwijl ik, langzaam maar zeker, weer zou afslanken naar mijn natuurlijke gewicht. In werkelijkheid voelde het meer als opgeven.

Het opgeven van mijn aller- allergrootste wens. Niet omdat ik het wilde loslaten – helemáál niet – maar omdat het niet meer anders kon. Mijn mogelijkheden waren op. Ik had alle methodes toegepast die ik kon verzinnen. Alles binnen mijn bereik had ik geprobeerd om af te vallen. Van praktisch tot spiritueel. Van calorieën tellen tot ‘positieve’ intenties zetten. De middelen waren opgebruikt en uitgekauwd en ik was moe van het strijden. Ongeveer 2 jaar nadat ik stopte met diëten kon ik eindelijk de zoektocht staken. Ik kon eindelijk het streven naar een lager gewicht opgeven.

Ik word nooit meer dun

Tot aan deze dag dacht ik dat mijn streefgewicht nog bereikbaar was. Het moment staat me nog heel goed bij. Ik had zojuist de Set Point Theory gelezen. Niet voor het eerst. Ik had er al héél vaak over gelezen, maar op deze dag drong het pas tot me door. Dat het ook op mijn leven sloeg. Op mijn huidige gewicht. Ik realiseerde me dat het niet ging lukken om af te vallen. Het spreekwoordelijke kwartje viel. Ik word waarschijnlijk nooit meer dun.

Het spreekwoordelijke kwartje viel. Ik word waarschijnlijk nooit meer dun.


Vanaf mijn pubertijd had ik de droom om slank te worden. Ik droomde er al over toen ik nog slank was maar het zelf niet kon zien. Het was een verlangen om eindelijk weer vrij in mijn bikini te kunnen zwemmen en op een strandstoel zitten, zonder mijn buik in te hoeven houden of te bedekken met een handdoek. Ik verlangde naar billen zonder putten, die mensen aantrekkelijk zouden vinden.

Later, als ik slank zou zijn… zou ik weer over straat kunnen zonder bang te zijn dat anderen zouden gruwelen van mijn dikke knieën. Eindelijk weer eens samen met anderen patat eten zonder bang te zijn dat voorbijgangers me een vreetzak vinden. Ik wist zeker dat mijn collega’s me dan meer zouden respecteren. En dan had mijn chef vast niet zo lelijk tegen me gedaan. Hij zou niet durven. En als ik slank zou zijn, had die leuke one night stand wél teruggebeld. Zeker weten.

En nu realiseerde ik me dat het helemaal niet haalbaar was. Dat ik niet bij het hele hele kleine percentage vrouwen zit dat kan afvallen en slank blijven. Mijn toekomstdroom waar ik eindelijk ‘slank en gelukkig’ zou worden verdween op deze dag. Slank worden gaat niet gebeuren. Ik blijf dik voor de rest van mijn leven.

“Mijn toekomstdroom waar ik eindelijk ‘slank en gelukkig’ zou worden verdween.”


Rouw

Het voelde als een veroordeling. Levenslang dik. Nee, zó had ik het me helemaal niet voorgesteld. Was dit nu dat ‘loslaten’ waar ik zoveel over gelezen had? Loslaten voelde helemáál niet zen. Deze realisatie voelde meer als een kapot geprikte ballon. Mijn droom, mijn levensdoel was pats boem weg. Moet ik het dan maar allemaal opgeven? Gewoon de boel de boel? Hoe dik zal ik dan worden? Even sloeg de paniek toe…

De tranen rolden over mijn wangen. Het voelde als afscheid nemen. Het voelde zelfs een beetje als rouwen. Rouwen om het verlies van een prachtige toekomstdroom. Ik voelde me leeg en misselijk. Het rouwproces duurde enkele dagen en langzaam vulde mijn lijf zich met ruimte. Ruimte voor mogelijkheden. Want, wat ga ik dan doen? Wat wil ik doen, nu ik nooit meer dun ga worden? Wat wil ik dragen? Met wie wil ik zijn? Hoe wil ik mijn leven leiden? Ik kan alles doen! Wat houdt me eigenlijk tegen?!

Een soort onzekere periode brak aan, die nieuwsgierigheid opwekte in plaats van angst. Waar alle opties nog open stonden. Een bepaalde rust voelde ik over me heen komen, ik had alle tijd. Ik hoefde nergens meer naartoe, ik was niet meer onderweg naar mijn streefgewicht. Ik zat niet meer met mijn hoofd in de toekomst. Ik hoefde niet meer te wachten totdat mijn leven zou beginnen. Later, als ik eenmaal slank zou zijn.

Ik was eindelijk mentaal beland in het nu. Daar, waar mijn lichaam allang was en met open armen op me stond te wachten.