De waarheid over onze dieetcultuur

Heb jij al eens gehoord van een dieetcultuur? Het klinkt je waarschijnlijk wel bekend in de oren, want er wordt steeds meer over geschreven. Vijf jaar geleden was dat nog anders, want toen vroeg Google me nog of ik niet ‘eetcultuur’ bedoelde:

Het is goed dat er meer aandacht is voor dit begrip, want het is echt een schadelijk systeem waar we ons moeten tegen blijven verzetten.

De basics

Dieetcultuur is de alomtegenwoordige overtuiging dat gewicht, lichaamsvorm en gezondheid mede iemands waarde bepalen waarbij dun(ner) als wenselijk wordt gezien en dik(ker) als onwenselijk, en waarbij iedereen wordt geacht ofwel dun te blijven ofwel naar dun(ner) te streven.

Ook in onze maatschappij is dit de heersende opvatting. Dat zie je wanneer bijna iedereen zich in het nieuwe jaar voorneemt om af te vallen. Wanneer je je schuldig voelt omdat je een stuk taart gegeten hebt. Of wanneer je een kom soep eet voordat je naar een feestje gaat, zodat je niet te veel aperitiefhapjes eet.

Dat zijn dingen waar niemand vreemd van opkijkt, maar met die ideeën word je niet geboren – die worden je aangeleerd. Hoe? Door alles wat je rondom je ziet en hoort, bijvoorbeeld de media die je altijd hetzelfde soort lichaam tonen en reclames die oplossingen bieden voor allerlei dingen die er mis zouden zijn met je lichaam.

Het schoonheidsideaal

Het ‘ideale’ lichaam is door de jaren heen verschillende keren veranderd. En hoewel een volle boezem en ronde heupen misschien af en toe wel populair waren (hallo, Marilyn Monroe!), hoorden vetrolletjes en dikke buiken daar niet bij. We zien dus al enorm lang dat een slank lichaam – met of zonder rondingen – als ideaal beschouwd wordt in onze maatschappij.

En inmiddels gaat dat nog een stapje verder door elk model te fotoshoppen. Dat gebeurt in tijdschriften, reclames en zelfs in films. Met als gevolg dat we overal alleen nog maar vrouwen zien met een lichte huid zonder rimpels, borsten die geen last hebben van de zwaartekracht, benen zonder ook maar één haartje erop en een (vaak onrealistisch)  dun zandloper figuur.

De media geven ons dus een duidelijk beeld van wat het ‘ideale’ lichaam is door een dun lichaam gelijk te stellen aan mooi, succesvol en geliefd.

Als het gaat over dik zijn, dan zie je net het tegenovergestelde: foto’s van dikke mensen (altijd zonder hoofd) die fastfood eten, krantenartikelen met telkens de woorden ‘obesitas’ en ‘epidemie’ in dezelfde zin en dikke filmpersonages die niet verder gaan dan de grappige sidekick of de gulzige slechterik.

De boodschap is ook hier heel duidelijk: dik zijn moet je vermijden. Als je dan zo’n lichaam hebt waarvan  je elke dag hoort en ziet dat het niet goed genoeg is, is het logische gevolg dat je een afkeer krijgt van je lichaam en het zo snel mogelijk zoveel mogelijk wilt laten lijken op het ideaalbeeld dat je overal ziet.

De dieetindustrie biedt je daar maar al te graag een (zogenaamde) oplossing voor aan: je moet diëten.

Waar blijft dat droomlichaam?

Elk dieet belooft je een spectaculair resultaat en een prachtige toekomst met je nieuwe lijf, zonder dat je er veel moeite voor moet doen. En in het begin gaat het inderdaad goed: de kilo’s vliegen eraf. Maar op een bepaald moment lukt het niet meer om verder af te vallen en kom je alle kilo’s weer bij.

In de spiegel zie je niet het droomlichaam dat je wou, dus nu heb je een hekel aan je lichaam én aan jezelf, omdat het je niet gelukt is om het dieet te volgen.

Het is nochtans heel normaal dat je weer bijkomt, want diëten werkt nu eenmaal niet. Maar dat vertellen ze je natuurlijk nooit, want op deze manier hebben dieetbedrijven het perfecte businessmodel: zij doen ons geloven dat afvallen perfect haalbaar is, dus wanneer dat niet lukt, denken wij dat het onze schuld is en komen we terug voor een ander product waarmee het wél gaat lukken. Je moet gewoon blijven proberen. Op die manier verzekeren zij zich levenslang van terugkerende klanten.

Negatieve gevolgen

Het idee dat dun zijn wenselijk is en dat diëten werkt, zit heel diep geworteld in onze cultuur en zorgt ervoor dat bijna iedereen ervan overtuigd is dat dik zijn je eigen fout is.

Daardoor ontstaan de vooroordelen dat dikke mensen lui zijn, geen doorzettingsvermogen hebben en heel de dag door ‘ongezond’ eten. Dik zijn wordt zo gelijkgesteld aan moreel falen en dat zet de deur open voor nog meer negatieve gevolgen: mensen denken dat ze het recht hebben ons uit te schelden, na te roepen en ons te ‘motiveren’ om ons leven te beteren. Die negatieve attitude naar dikke mensen toe zorgt er ook voor dat wij gediscrimineerd worden in onze maatschappij.

Veel dikke mensen ondervinden hierdoor dan ook heel wat negatieve emotionele gevolgen, zoals depressie en een laag zelfbeeld. Het kan er ook toe leiden dat je net méér gaat eten en dat je langdurige chronische stress ervaart, wat op zijn beurt dan weer de kans verhoogt op bijvoorbeeld hartaandoeningen en diabetes.

Maar dat vertelt nooit iemand. De negatieve gevolgen die gepaard gaan met stigma worden niet breed uitgesmeerd in de media. Integendeel, er is maar één boodschap die continu herhaald wordt: als je afvalt, zijn al je problemen opgelost.

Verkeerde oplossing

Maar dan is de boodschap dus letterlijk dat jij moet veranderen om niet meer gediscrimineerd te worden. Niet dat de discriminatie moet stoppen, maar dat jij moet afvallen om het discrimineren te stoppen. En dat is absurd, want het legt de verantwoordelijkheid op de verkeerde plaats.

Het idee dat dik zijn het probleem is en diëten (lees: afvallen en dun worden) de oplossing heeft dus heel wat negatieve gevolgen, niet alleen voor dikke mensen, maar eigenlijk voor iedereen onze maatschappij. Het is geen onschuldig systeem waarvan we beter of gezonder worden – het tegendeel is waar … Het is daarom belangrijk dat we blijven vechten tegen deze dieetcultuur. Niet alleen voor onszelf, maar voor alle generaties die na ons komen.